|
Hifi als remedie tegen vergrijzingEen nieuw profiel van de NVHR? Harry van Boven, mei 2006 InleidingIn het maart-nummer van het Radio Historisch Tijdschrift werd door Wim Steenks gewezen op het gegeven dat de gemiddelde leeftijd van de NVHR-leden schommelt rond de 53 jaar. Een grijze vereniging dus, met een bestuur dat pogingen doet om jeugdigen te interesseren. Volgens Steenks is dat ‘een moeilijk proces, waarbij de resultaten tot op heden nog niet fantastisch zijn’. In dit artikel volgen wat bespiegelingen over de beoogde ontgrijzing van de NVHR. Muziek is emotieUit onderzoeken blijkt dat mensen hun muzieksmaak ontwikkelen tussen het 12e en 22e levensjaar. Vervolgens houden ze dat de rest van hun leven vast; de basis is gelegd. Natuurlijk, de muzieksmaak ontwikkelt zich verder en er zullen altijd uitzonderingen zijn die deze regel bevestigen. Maar als je tegen iemand van 45 begint over ´Mud´ dan weet die persoon direct dat het om een popgroep gaat, maar iemand van 35 of 55 komt daar waarschijnlijk niet op. Een parallel doet zich voor als we kijken naar geluidsapparatuur. Geluidsapparaten zijn voor velen nauw verbonden met hun jonge (misschien wel wilde) jaren en de in die tijd ‘gedraaide’ muziek. OK, nu staat er dan wel zo’n glinsterend surround-ding met wel zeven echt plastic bokjes in de doorzonwoning, maar dat is ‘verstand’. De emotie gaat terug naar de jonge jaren: veel mensen kunnen dan ook feilloos hun eerste radio en platenspeler beschrijven (net als hun eerste auto). Look and feelNu naar onze vereniging. Een vereniging met een ‘look-and-feel’ van de jaren ’40 en ’50 uit de vorige eeuw. Een blik op de covers van het verenigingsblad zegt genoeg. Daar is helemaal niets mis mee, tenzij de stelling is dat de vereniging moet verjongen, ontgrijzen zo u wilt. Laten we eens een concreet doel noemen: de gemiddelde leeftijd moet naar 43 jaar, een reductie van gemiddeld 10 jaren. De eenvoudigste weg om dat te stimuleren is de ‘look-and-feel’ van de vereniging met een jaar of 20 ophogen. We komen dan uit in de jaren ’70, de tijd waarin hifi een begrip werd. Er ontstaat dan een vereniging waarin naast de buizentoestellen ook de hifi-apparaten aan bod komen. In marketingtermen: een nieuwe produkt-markt-combinatie. Er is ook een andere benadering mogelijk, namelijk het vast blijven houden aan ‘de wereld van het buizentoestel’ en deze wereld gaan promoten bij de nieuwe doelgroep: iedereen ruim onder de 53 jaar. Inschatting is dat dit een lastiger weg is. Dat komt omdat er geen vanzelfsprekende emotionele band met dergelijke apparatuur aanwezig is. Er is dus een behoorlijke inspanning (en dus middelen) nodig waarbij de vraag is of de vereniging die kan en wil leveren. Overigens is er ook nog een geheel andere benadering: ‘grijs is wijs’; hoe erg is het als de leden gemiddeld steeds ouder worden? De ´oudjes´ genieten samen in verenigingsverband van mooie oude radio’s. Hoewel de vereniging op termijn dan flink zal krimpen, zal er altijd wel een geringe aanwas van nieuwe (jongere) leden blijven. MarktsegmentenOm hier als vereniging keuzes in te maken kan het helpen om te kijken naar groepen geïnteresseerden in geluidsapparatuur in Nederland. Een surfrondje op Internet levert het volgende (globale) beeld op van clusters rond: - buizentoestellen (zoals de NVHR-site); - hifi-apparatuur jaren 70/80 (zoals www.mfb.nl of www.hifimuseum.nl); - actuele hifi-produkten (zoals www.hifi.nl en www.audio.nl); - high-end apparatuur of merkspecifieke informatie. Misschien is deze indeling nog verder te verfijnen of uit te breiden, maar het geeft in elk geval een handvat voor het nadenken over de (toekomstige) positionering van de NVHR. HifimuseumDe analyse zoals hierboven naar voren komt is ingegeven door het succes van sites rond hifi-apparatuur uit de jaren ’70 en ’80. Achter dit succes zit een doelgroep die thans door de NVHR gemist wordt maar waarbij kennelijk behoefte bestaat aan informatie-uitwisseling over audio-apparatuur en aanverwante artikelen. Zelf behoor ik ook tot die doelgroep; zie www.hifimuseum.nl. Op deze site presenteer ik mijzelf als ‘lid van de NVHR’ maar veel bezoekers zullen zich afvragen of ik wel lid ben van de goede vereniging zodra ze het jaren ’70 en ’80 beeld van de site tot zich nemen. Tenslotte Dit artikel is vooral een reactie op de redactionele oproep in het laatste nummer van het NVHR- verenigingsblad en geeft hopelijk stof voor verdere discussie. Indien de hierboven gedane suggestie wordt opgevolgd kan de afkorting NVHR gelukkig gehandhaafd blijven: Nederlandse Vereniging voor Hifi- en Radioapparatuur.
|